Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB) is erg belangrijk. Het doel van LOB is zorgen dat leerlingen leren kiezen en het keuzeproces leren doorgronden. Zo zijn ze goed voorbereid op de keuzes voor opleiding en werk die ze hun hele leven moeten maken. In het LOB-proces staat het ontwikkelen van loopbaancompetenties centraal:

  • Capaciteitenreflectie (wat kan ik en hoe weet ik dat?)
  • Motievenreflectie (wat wil ik, waar ga en sta ik en waarom?)
  • Werkexploratie (hoe kan mijn werk eruit zien en waar voel ik mij op mijn plaats?)
  • Loopbaansturing (hoe maak ik de juiste keuzes? Hoe bereik ik mijn doel?)
  • Netwerken (wie heb ik daarbij nodig?)

Een onderdeel dat steeds terugkeert is reflectie op ervaringen en gebeurtenissen in de onderwijspraktijk van de leerling.

 

Loopbaancompetenties

In de onder- en bovenbouw komen alle loopbaancompetenties aan de orde. In de onderbouw ligt de nadruk op de capaciteitenreflectie en de motievenreflectie. In leerjaar 3 en 4 is LOB gekoppeld aan de momenten waarop leerlingen een keuze moeten maken. Hierbij verbinden we concrete praktijkervaringen aan de loopbaancompetenties werkexploratie, loopbaansturing en netwerken. Het mbo borduurt hier op voort.

De LOB-coördinator

De LOB-coördinator helpt de leerling samen met de mentor om een verantwoorde keuze te maken uit het aanbod van vakken, opleidingen en beroepen. Hij verzorgt informatie over vervolgopleidingen en brengt open dagen onder de aandacht.